Gemiddeld beheerst een kind aan het begin van groep 7 AVI-niveau E6 (eind groep 6). Leerlingen die dit niveau nog niet hebben behaald zullen soms extra leesoefeningen moeten maken.
Leerlingen verbeteren hun technische leesvaardigheid door veel leeskilometers te maken. Hoe meer woorden en teksten leerlingen lezen, hoe hoger de leesprestaties.
Begrijpend lezen
Wij besteden een paar uur per week tijd aan begrijpend lezen omdat een goed tekstbegrip nodig is voor de zaakvakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek. Maar ook bij het vak rekenen moet een kind teksten kunnen lezen en begrijpen.
Daarom krijgen leerlingen in groep 7 nieuwe leesstrategieën aangeboden en leren zij complexere teksten met abstracte thema’s – bijvoorbeeld over het klimaat of cybercriminaliteit – verklaren. Bovendien leren kinderen in groep 7 meer inzicht te krijgen in hun eigen leesproces: hoe pak ik het lezen van deze tekst aan? Waar moet ik op letten? Wat heb ik van de tekst geleerd? Dit gaat over metacognitie: het ‘leren leren’. Meer hierover staat verderop in het artikel.
Globaal leren kinderen in groep 7:
- Relaties leggen tussen tekstuele informatie en meer algemene kennis;
- Relaties leggen tussen tekstdelen: inleiding, kern, slot;
- De relatie tussen zinnen en alinea’s afleiden, met behulp van signaalwoorden;
- De hoofdgedachte van een tekst bepalen;
- Zichzelf vragen stellen tijdens het lezen;
- De structuur van verschillende soorten teksten herkennen;
- Samenvatten.
Werkwoord(spelling) in groep 7
In groep 7 herhalen kinderen de spellingregels uit
groep 6 en krijgen zij nieuwe regels aangeboden, zoals:
- Leenwoorden: politie, liter en computer;
- Woorden met apostrof: komma’s, oma’s, ’s avonds;
- Woorden met een trema en koppelteken: ideeën en Noord-Holland.
Ook oefenen leerlingen veelvuldig met het vervoegen van werkwoorden
Taal- en redekundig ontleden
In groep 7 leren kinderen taal- en redekundig ontleden. Taalkundig ontleden gaat om het benoemen van woordsoorten in een zin. Redekundig ontleden gaat om het benoemen van zinsdelen in een zin. Door inzicht te krijgen in de structuur van zinnen is het eenvoudiger om de betekenis te achterhalen. Daarnaast helpt dit inzicht bij (werkwoord)spelling en het aanleren van een vreemde taal. In groep 6 hebben kinderen al een start gemaakt met zinsontleding. In groep 7 wordt het aantal begrippen uitgebreid.
Rekenen/wiskunde in groep 7
In groep 7 breiden kinderen hun rekenvaardigheden uit groep 6 verder uit. Hieronder staat een globaal overzicht van wat kinderen in groep 7 leren, gebaseerd op de leerlijnen van het Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling.
Optellen en aftrekken
De getallen waarmee kinderen rekenen worden groter. Kinderen leren optellen en aftrekken met getallen tot en met 1.000.000. Zij leren de sommen kolomsgewijs en cijferend uitrekenen. Daarnaast leren kinderen een rekenmachine gebruiken.
Verhoudingen
In groep 7 leren kinderen werken met verhoudingstabellen. Zij krijgen inzicht in het verband tussen breuken en verhoudingen en leren verhoudingen om te zetten in breuken en percentages en omgekeerd.
Breuken en kommagetallen
In groep 6 hebben kinderen een begin gemaakt met breukensommen. In groep 7 gaan zij hiermee verder. Ze leren breuken optellen, aftrekken, vermenigvuldigen van breuken met hele getallen (¾ X 20), een veelvoud berekenen (20 X ¾) en delen door breuken met behulp van een verhoudingstabel (hoeveel glazen van 1/6 liter uit een fles van 1 liter?). Daarnaast leren zij breuken omzetten in kommagetallen en andersom.
Procenten
Kinderen krijgen inzicht in de relatie tussen procenten, breuken en kommagetallen. Bijvoorbeeld: ¼ = 25% = 0,25. Zij leren procentensommen uitrekenen in een specifieke context, zoals: winst, korting, rente of helling. Zij leren percentages om te zetten in breuken en andersom. Ze krijgen verschillende rekenstrategieën aangeboden, waaronder in ieder geval de 1% regel: 1% = 1/100.
Meetkunde
Leerlingen leren het complete metrieke stelsel van lengte (millimeter, centimeter, decimeter, meter, kilometer), inhoud (milliliter, centiliter, deciliter, liter) en gewicht (milligram, gram, kilogram) kennen. Zij kunnen maten omrekenen: 20 decimeter = 2 meter en 10 kilo = 10.000 gram. Daarnaast leren zij oppervlakte (cm2 en m2) en omtrek uitrekenen en het lezen van een plattegrond.
Wereldoriëntatie
Voor wereldoriëntatie gerbuken wij de lesmethode Blink Wereld. Deze is ontwikkeld op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten over leren, in samenwerking met wetenschappers, leraren en leerlingen.
Blink Wereld voldoet aan alle kerndoelen. Aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek en burgerschap komen samen in prikkelende thema’s uit de wereld van nu.